Het kabinet wilt tussen de 6 en 10 gemeenten aanwijzen om experimenten met cannabisteelt uit te voeren. Dit is een belangrijke doorbraak en er staan dan ook niet voor niets gemeentes in de rij om mee te doen. Toch zitten er nog wel aardig wat addertjes onder het gras.
Een paar zinnetjes in het regeerakkoord betekent een doorbraak in het een debat wat al tientallen jaren duurt. Rutte 3 heeft een meerderheid betaald en sluit zich aan bij regulering en legalisering van cannabis. Of het experiment een meetbaar effect zal hebben op de criminaliteit is een illusie, want in maximaal 10 van de honderden gemeentes zal de proef van start gaan.
In het regeerakkoord staat het volgende: ‘Er komt wet- en regelgeving ten behoeve van uniforme experimenten met het gedoogd telen van wiet voor recreatief gebruik.” Eigenlijk ligt het bij het woordje “uniforme” al het eerste addertje.
Wat is een experiment
Het woordenboek Van Dale geeft twee definities van experiment:
- ‘proefneming, proef, met name een volgens plan uitgevoerde proef om tot nieuwe kennis te komen’
- ‘proefneming om nieuwe werkwijzen, inrichtingen enz. te proberen, bijvoorbeeld op het gebied van onderwijs, woningbouw, sociale zorg enz.’.
Het is dan ook meteen duidelijk dat het uitvoeren van “uniforme” (eenvormig) experiment zijn doel voorbij schiet. Het beste is namelijk om verschillende werkwijzen te proberen en daaruit een conclusie trekken voor het nieuwe beleid.
Wanneer je juist zoveel mogelijk verschillende experimenten doet, levert het meer kennis en ervaring op wat zich weer resulteert in een betere en onderbouwde besluitvorming. Ideeën van sommige politici om een of twee grote bedrijven aan te wijzen die alle cannabis moeten gaan verbouwen, zijn een garantie voor mislukking.
Consument wil naast schone wiet ook kunnen kiezen uit een grote diversiteit van soortjes en ook af en toe compleet iets nieuws proberen. De uitdaging is de bestaande expertise optimaal te benutten en zowel de coffeeshops als bestaande telers die verantwoord werken erbij te betrekken.
Gedroogd telen
Addertje 2 is de term ‘gedoogd telen’. Als de laatste jaren één ding is gebleken, dan is het dat iedereen van het gedoogbeleid af wil, van de burgemeesters tot de coffeeshops, de rechters en de consumenten. Gedogen is een prima bestuursinstrument, maar alleen als het tijdelijk wordt ingezet, als overgangsfase naar duidelijke regelgeving.
Het probleem bij het coffee-shopbeleid is dat de gedoogfase nu al ruim veertig jaar duurt. Het gebrek aan regulering van de teelt heeft een enorm grijs circuit doen ontstaan, waarvan alleen criminelen profiteren. Het kabinet moet dus inzetten op regulering en legalisering, niet op uitbreiding van de krakkemikkige gedoogconstructie.
Een laatste adder onder het gras is het volledig ontbreken van de thuisteler in de kabinetsplannen. Vrijwel dagelijks worden mensen uit hun huis gezet omdat ze een paar planten voor persoonlijk gebruik kweken, een volstrekt disproportionele straf die voor geen enkel ander ‘delict’ geldt. In de landen en staten waar cannabis al gelegaliseerd is, hebben volwassenen recht op thuisteelt van een bepaald aantal planten.
De groeiende groep Nederlanders die zelf cannabis kweekt voor medicinaal gebruik zou voor het nieuwe kabinet reden te meer moeten zijn om ook de thuisteelt van een duidelijk wettelijk kader te voorzien.